Extrait
Het menselijk wezen is vergelijkbaar met een boom die, dankzij het licht van de spirituele zon, het ruwe sap – zijn instinctieve neigingen – in zichzelf kan transformeren in bewerkt sap, dat de bloemen en vruchten zal gaan voeden van zijn ziel en zijn geest. Hoe vaak nemen de krachten van het kwaad de vrijheid om de krachten van het goede om te leiden ten gunste van hun eigen doelen! Maar waarom zou het goede niet het recht hebben om de krachten van het kwaad te nemen, ze te transformeren en in te zetten van een hoger ideaal? Het goede heeft niet alleen het recht, maar zelfs de plicht om dit te doen.
Table des matières
INHOUD
I - Het Paradijs: God, twee bomen, twee mensen en een slang.
II - Kan het kwaad ergens voor dienen?
III - Voorbij goed en kwaad.
IV - ‘Wacht tot aan de oogst’.
V - De filosofie van de eenheid.
VI - Drie beproevingen: die van de maag, het hart en het hoofd.
VII - De ongewensten.
VIII - Zelfdoding lost niets op.
IX - Liefde en licht, de echte wapens.
X - Ontsteek je innerlijke lampen!